“Ben ik het ranzige
rotverhaal dat op internet staat? Pas ik in het sprookje dat ik straks aan de Amerikaanse douane ga vertellen? Of heb ik een eigen verhaal..”
Dit
zijn de eerste drie zinnen van het mooie boek ‘100 uur nacht’ van Anna Woltz.
In dit boek leef je mee met
vier jongeren die toevallig samen in New York de orkaan Sandy doorstaan. Het
verhaal wordt beschreven vanuit Emilia de Wit die stiekem het vliegtuig naar
Amerika neemt omdat haar vader een grote fout heeft gemaakt. Via internet huurt ze een appartement dat niet blijkt te bestaan.
Daardoor komt ze terecht in een avontuur met haar vrienden Seth, Abby en Jim, die ze
in New York ontmoet.
Het verhaal is erg
meeslepend. De lezer heeft een lange tijd geen idee wat de vader van Emilia
heeft gedaan. Dit
zorgt ervoor dat je doorleest. In de aller eerste zin van het boek wordt ook
meteen iets gezegd over de fout van haar vader en hoe mensen daarop reageren op internet. Vandaar de zin: “Ben ik
het ranzige rotverhaal dat op internet staat?”. Pas in het midden van het boek komt de lezer er achter wat die fout is.Op het moment dat Sandy boven New York raast, wordt het verhaal spannend. Er wordt uitgebreid beschreven wat er gebeurd. De orkaan is er in de middag en is de volgende ochtend weer weg, maar in het boek duurt het vier hoofdstukken. Een citaat: “Al het geluid in de wereld is op dit moment voor Sandy. En dan, zonder waarschuwing, zonder knal, zonder geflikker van het licht, wordt het donker. En het blijft donker”.
Het verhaal zorgt er ook voor dat je meeleeft met alle mensen uit de door de orkaan getroffen gebieden. Er wordt goed omschreven hoe alles eruit ziet nadat Sandy is geweest. Een citaat: “De hele stad is een puinhoop. De metro is onder water gelopen, de tunnels zijn dicht en er zijn honderden bomen omgewaaid. Toch voelt het goed om hier te zijn, ondanks dat het donker is. Hier ben ik vrij.”
Tijd en opbouw
Vertelde tijd en verteltijd
In het begin is het verhaaltempo best hoog. De hoeveelheid tijd is dan vaak ongeveer één dag per hoofdstuk. Eén hoofdstuk bestaat dan uit ongeveer zes bladzijden. Maar hoe dichter je bij het stuk komt dat Sandy over de stad raast, des te meer hoofdstukken er nodig zijn voor één dag. De lezer komt vrij gedetailleerd te weten wat er gebeurt op die dag. Bijvoorbeeld: als Emilia en Abby boodschappen gaan doen vlak voor de orkaan, is de vertelde tijd maar een uurtje terwijl de verteltijd acht bladzijden is.
De verhouding tussen de vertelde tijd en de verteltijd wisselt vaak af. Dat is belangrijk voor het verhaal. Als je namelijk het stukje dat Sandy in New York is heel vlot gaat vertellen, is de spanning weg. Het hele boek draait om de orkaan en wat er daarna gebeurt met de vier vrienden. Maar het is ook niet handig als je alles wat daarvoor gebeurt heel gedetailleerd gaat beschrijven. Het is dan lastig voor de lezer om zijn concentratie erbij te houden en de lezer focust zich dan niet op het belangrijkste stukje: de orkaan.
Versnelling en vertraging
In het boek wordt goed
gebruik gemaakt van versnelling en vertraging. Het is belangrijk voor een
verhaal om dat op een goede manier te gebruiken. Bij onbelangrijke
gebeurtenissen versnelt het verhaal. Bij belangrijke gebeurtenissen vertraagt
het verhaal. Wat ik knap vind is dat
Anna Woltz een goede verhouding heeft gebruikt bij het schrijven van dit boek.
Bijvoorbeeld: het stukje in het verhaal waarin duidelijk wordt wat de vader van
Emilia heeft gedaan en natuurlijk ook het moment
dat Sandy er is, worden duidelijk en langdurig beschreven.
Het begin wordt juist heel snel verteld. Dat is het stukje dat ze onderweg is naar Amerika. Dat is fijn, want het stukje dat Emilia in het vliegtuig zit is helemaal niet belangrijk.
De versnelling en de vertraging in het boek maken het verhaal boeiender.
Het begin wordt juist heel snel verteld. Dat is het stukje dat ze onderweg is naar Amerika. Dat is fijn, want het stukje dat Emilia in het vliegtuig zit is helemaal niet belangrijk.
De versnelling en de vertraging in het boek maken het verhaal boeiender.
Het verhaal wordt verteld
vanuit het ik-perspectief (Emilia). Ze denkt na over alles wat ze ziet en
hoort. De dingen waar ze over nadenkt, worden heel duidelijk en uitgebreid
beschreven in het boek. Daardoor kan je
ergens een goed beeld bij vormen. Er wordt dus veel gebruik gemaakt van
showing.
“Ik luister samen met Seth naar een lied op de radio, het
zogenaamde Herfstlied. Ik hoor het verhaal van de man met de zachte stem en
zijn vrouw met haar dikke buik. Op de achtergrond hoor ik de kaarsen branden in
het donker, Ik hoor mensen huilen en ik hoor de stilte na de storm. Ik hoor in
mijn gedachten mijn moeder kijken naar Vermeer, ik hoor mijn vader in een
verduisterde kamer liggen wachten totdat de pijn voorbij is”.
Hey Roos,
BeantwoordenVerwijderenDeze opdracht ziet er echt goed uit! De tekst is niet te kort, niet te lang. Je begint mooi met een citaat. Dat zorgt er ook voor dat je nieuwsgierig wordt naar de rest van de tekst. Je hebt sowieso veel citaten gebruikt en dat is denk ik helemaal niet erg, juist goed! Alles ziet er overzichtelijk uit door de tussenkopjes. Een klein verbeterpuntje: de eerste twee tussenkopjes hebben een klein lettertype, terwijl het derde kopje wat groter is. Dit maakt voor de tekst natuurlijk niet uit, meer een schoonheidsfoutje.
Toen ik wat langer naar je betoog keek, zag ik dat het heel goed is opgebouwd met alinea's. De eerste alinea geeft een kleine samenvatting, de volgende bespreekt het eerste beoordelingswoord, de derde alinea het tweede beoordelingswoord...enz. enz.
Het volgende onderdeel van de opdracht is weer heel duidelijk verwoord. Je woordgebruik is goed en de zinnen lopen vloeiend. Ik ontdekte wel één spelfoutje.
Ook het einde van de opdracht heb je goed gedaan! Leuk dat je met een citaat begint en ermee eindigt. Door jouw verhaal krijg ik ook zin om het boek te gaan lezen!
Groetjes Maria
Hoi Roos,
BeantwoordenVerwijderenHet verslag ziet er heel netjes uit. Je hebt de alinea's overal even lang gemaakt, wat er heel overzichtelijk uitziet. Het is leuk dat je begint met een korte samenvatting van het boek, dan is de rest van het verslag makkelijker te lezen omdat je dan deels weet waar het over gaat. De beoordelingswoorden zijn goed uitgewerkt. Je hebt ze met goede argumenten en citaten onderbouwd.
Het kopje 'tijd en opbouw' heb je ook prima uitgewerkt. Wat de tekst alleen minder vloeiend maakt, is de dubbele punt na 'bijvoorbeeld'.
Het laatste kopje is ook goed gedaan. Je onderbouwt weer goed en dit maakt het verslag heel duidelijk. Inderdaad wat Maria schreef, het is leuk dat je met een citaat begint en eindigt.
De zinnen liepen vloeiend en ik heb geen spelfouten ontdekt.
Groetjes Lisa