maandag 9 mei 2016

Lotte Weeda

Algemene informatie
  • Titel: Lotte Weeda
  • Auteur: Maarten ’t Hart
  • Plaats van uitgave: Amsterdam
  • Jaar van uitgave: 2004
  • Jaar van eerste uitgave: 2004
  • Aantal pagina’s: 270
  • Genre: psychologische roman
Samenvating:
In het Zuid-Hollandse Monward woont de ik-persoon van het verhaal. De ik-persoon is bioloog van beroep en heeft een boek uitgegeven over de verschillen tussen seksuele voortplanting en klonen. Doordat dit boek bekend is geworden, is hij bekend in het dorp. Iedereen weet wie hij is.
In het dorp woont ook een kunstenares. Deze kunstenares, Molly, maakt schilderijen van naakte modellen. Als de ik-persoon een keer model is, ontmoet hij Lotte Weeda. Al snel raken ze met elkaar aan de praat. Lotte vertelt dat ze fotografe is en dat ze is gevraagd om foto’s in het dorp te maken. Ze wil zoveel mogelijk foto’s van bewoners hebben, zodat ze in een fotoboek weer kan geven hoe het leven in Monward eraan toe gaat. Omdat de ik-persoon al eerder een boek geschreven heeft, vraagt Lotte Weeda hem om het voorwoord te schrijven.

Al snel raken Lotte en de ik-persoon bevriend met elkaar. De ik-persoon leidt Lotte door het hele dorp. Hij laat alle boeiende plekjes en mensen aan haar zien, waarna Lotte deze mensen op de foto zet.

Ondertussen wordt er in het dorp beroep gedaan op de biologische kennis van de ik-persoon. Een bewoner uit het dorp, Abel, heeft een slang van zijn kleinzoon waar hij op moet passen. Abel vraagt zich af of deze slang gevaarlijk is, omdat zijn vrouw Leonora het er niet mee eens is dat ze die slang houden. De ik-persoon is van mening dat het dier geen slang, maar een scheltopoesik (een hagedis) is. Vrijwel niemand gelooft de ik-persoon. Als de scheltopoesik vervolgens ook nog weet te ontsnappen, breekt er onrust uit in het dorp.

Toch is dat niet het enige waar onrust over ontstaat. Lotte Weeda is inmiddels klaar met fotograferen en heeft een fotoboek over het dorp uitgegeven. Na de uitgave van het fotoboek overlijden er echter steeds meer mensen in het dorp. Al deze overleden mensen hebben één ding gemeen: ze staan in het fotoboek. Al snel wordt tot groot verdriet van de ik-persoon Lotte Weeda de schuld gegeven. Inmiddels is de ik-persoon verliefd op Lotte Weeda geworden, waardoor hij het vervelend vindt dat de bewoners zo over haar praten.

De ik-persoon probeert Lotte te verdedigen. Hij vertelt de bewoners dat het niet zo gek is dat al deze mensen overlijden: veel bewoners uit het boek zijn al erg oud en/of ziek. Volgens hem had je er dus op kunnen wachten totdat mensen overlijden.

Als er vervolgens ook nog eens een (jong) gezin van vier personen omkomt bij een ongeluk, gaat de ik-persoon nadenken. Hij besluit naar een ander dorp te gaan dat ook gefotografeerd is. Hij komt er daar vervolgens achter dat ook veel mensen uit dat dorp na de uitgave van het fotoboek overleden zijn. Als de ik-persoon echter contact met Lotte Weeda probeert te zoeken lukt dit niet: het is via de mail onmogelijk om contact met haar te krijgen. Een telefoonnummer heeft hij niet van haar, waardoor hij niet meer weet hoe hij haar kan bereiken.

Ondertussen praat de eigenaar van een beauty salon, Sirena, regelmatig met de ik-persoon. Ze staat ook in het fotoboek en is bang dat zij één van de volgende is die overlijdt. De ik-persoon probeert haar gerust te stellen. Vervolgens groeit hun contact uit tot een seksuele verhouding. Sirena heeft een vriend, die niks van de verhouding tussen haar en de ik-persoon afweet. Als de vriend er vervolgens achter komt wordt hij woedend. Hij kan de ik-persoon wel wat aan doen.

Op een gegeven moment krijgt de ik-persoon een folder van Lotte Weeda in de brievenbus. Ze verzoekt mensen om geld te storten voor de slachtoffers van Atjeh, een plaats in Indonesië. Naast de ik-persoon hebben de bewoners van het dorp ook deze folder gehad. Iedereen adviseert elkaar om zoveel mogelijk geld naar Lotte over te storten, zodat de vloek in het dorp dan misschien ophoudt. Iedereen hoopt dat er na het storten van geld geen mensen meer overlijden.

Uiteindelijk staat Lotte Weeda even later op de stoep bij de ik-persoon. De ik-persoon is daarvoor toevallig door een wesp gestoken. Hij is allergisch voor wespensteken en het verbaast hem dan ook dat hij na de wespensteek niet overleden is. Hij is dan ook van mening dat de vloek op het dorp is opgeheven, waardoor hij Lotte Weeda tijdelijk in huis neemt. Hij denkt namelijk dat dat geen kwaad meer kan.


Mijn verwachtingen

Ik ging op internet kijken voor een leuk boek om te lezen voor mijn lijst. Daar heb ik niks gevonden dus heb ik aan mijn vader gevraagd of hij nog leuke boeken in de kast had liggen. Mijn vader had mij toen dit boek aangeraden. Maarten ’t Hart is zijn favoriete schrijver, en hij vond dit boek erg interessant. Ik ben toen meteen het boek gaan lezen.

Ik verwachtte best veel van dit boek. Mijn vader is namelijk een echte liefhebber van literatuur en hij vond het een goed boek. Mijn verwachtingen zijn gelukkig ook uitgekomen. De manier waarop Maarten ’t Hart schrijft, vond ik heel fijn.

Motieven en Thema

Motieven:

·         De mysterie van de dood en de angst ervoor: De bewoners die in het foto boek van Lotte Weeda staan zijn erg bang om dood te gaan. Dit is een element dat steeds terugkeert. Elke keer dat er iemand dood gaat komt het terug. Ook is het allemaal wat mysterieus. De bewoners denken de het fotoboek van Lotte de oorzaak is voor het aantal doden maar dat zou heel raar zijn. Ze hebben het gevoel dat het wel zo is en ze zijn daar ook zeker van, maar als lezer vraag je je dan natuurlijk af hoe dat mogelijk is.

·         De natuur: De ik-persoon is een bioloog en hij beschijft zijn omgeving vaak met veel onderdelen uit de natuur, zoals de planten en de bloemen die in de buurt staan enz.

·         De kunst: Op het begin van het boek wordt de ik-persoon getekend door Molly. Dat is de eerste vorm van kunst die word beschreven in het boek. Later wordt de ik-persoon gefotografeerd, samen met een hele boel andere mensen. Fotografie is de tweede vorm van kunst die ik tegen ben gekomen.

·         Het geloof: Het dorpje waar het verhaal zich afspeelt, is een zeer gelovig dorpje. Er staan dan ook veel citaten uit de Bijbel in het boek. Ook heeft de ik-persoon sterke afkeer tegen Rooms-Katholieken.

Thema: waanzin kan iedereen treffen.
Beroordeling
Schrijfstijl:
Ik vind de schrijfstijl van Maarten ’t Hart heel fijn. De zinsopbouw is niet al te moeilijk, en dat maakt het boek ook goed te lezen. Hij gebruikt bij het schrijven van het verhaal ook zijn humor. Er staan veel grappige dingen in het boek. Ik zou het boek dan ook zeker aanraden.

“Eenmaal weer buiten zei Lotte; ‘Heb je goed naar die handen gekeken? Knuisten zijn ‘t, mannenknuisten.' ‘Van een adamsappel geen spoor,’ zei ik, ‘en al is haar stem vrij zwaar, toch niet zwaarder dan die van Nathalie Stutzmann. En als haar handen al knuisten zijn, dan beslist damesknuisten.’ – Pagina 39.

Inhoud:
Ik vind dat de personages best goed beschreven worden. De schrijver beschrijft namelijk zowel de binnenkant als de buitenkant van de personen. Als voorbeeld het citaat hierboven: de buitenkant van Sirena wordt hier goed beschreven. Verder vertelt hij ook nog een aantal dingen over haar innerlijk.
Ook vind ik het leuk dat de naam van de ik-persoon niet bekend word gemaakt. Daardoor is het verhaal een beetje extra mysterieus.

Eindoordeel



 
 

 

vrijdag 4 maart 2016

Ventoux


Algemene Informatie

  • Auteur: Bert Wagendorp
  • Plaats van uitgave: Amsterdam
  • Jaar van uitgave: 2015
  • Jaar van eerste uitgave: 2013
  • Aantal pagina's: 232
  • Genre: psychologische roman, sportverhaal
Samenvatting

Vijf jongens en een meisje vormen op het Baudartius College te Zutphen al een hechte vriendengroep. Na hun eindexamen in 1982 gaan twee van hen met de racefiets de Mont Ventoux in de Provence beklimmen, een derde vriend voegt zich later bij hen. Ook de anderen volgen, per auto. Bij de afdaling doet zich een noodlottig ongeluk voor, een van de vrienden komt om. De vriendenkring valt uiteen, het meisje vertrekt naar Italië. Dertig jaren later komen hun wegen weer samen. De vier mannen en de vrouw verwerken alsnog samen de rouw om de omgekomen vriend en herstellen de vriendengroep. Voor hun verdere leven heeft dit ingrijpende, positieve gevolgen.


 

Biografische gegevens

Bert Wagendorp is een Nederlands schrijver en journalist, die op 5 november 1956 in Groenlo is geboren. Bert Wagendorp studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna was hij enige tijd werkzaam als copywriter in de reclame. Maar Bert werd vooral bekend als sportverslaggever. In 1985 werd hij sportverslaggever bij de Leeuwarder Courant. In 1988 verhuisde hij naar De Volkskrant. Voor die krant versloeg hij tussen 1989 en 1994 zes keer de Tour de France. Van 1996 tot 2000 was hij correspondent in Londen. Hij schreef zijn eerste roman ‘De Proloog’ en daarop volgde nog een groot aantal boeken. Ook is hij redacteur en mede-oprichter van een literair wielertijdschrift genaamd ‘De Muur’. Tegenwoordig schrijft hij om de dag columns in de Volkskrant.


 

Bibliografie

  • 1995: De Proloog (roman)
  • 2002: Tussen Bordeaux en Alpe d'Huez, Nederland in 100 jaar Tour de France (met Frans van Schoonderwalt en Leo van de Ruit)
  • 2005: De dubbele schaar (verhalen)
  • 2006: Sportleven (verzamelde sportstukken)
  • 2008: Het kan altijd erger (verzamelde columns, met tekeningen van Jos Collignon)
  • 2008: HNS Sportboek (met Paul Onkenhout en John Schoorl)
  • 2009: Ard Schenk (biografie) met Wybren de Boer en Frans Oosterwijk
  • 2010: De wereld volgens Wagendorp (verzameling columns en verhalen)
  • 2010: Digue Ventoux (met illustraties van Sjaak Bos)
  • 2013: Ventoux (roman)
  • 2014 Het jongensparadijs (verzamelde columns en andere stukken)
  • 2015: Vader en dochter boek (met dochter Hannah)


 

Recensies

 
De volkskrant:

De vier vatten het plan op om bij die gelegenheid opnieuw de Mont Ventoux te beklimmen en hoewel het niet met zoveel woorden wordt gezegd, is het duidelijk dat niet alleen liefde voor het fietsen en sublimatie van de midlifecrisis, maar ook een behoefte aan rouwverwerking hiervan de drijfveer is.

Via een reeks soepel geschreven anekdotes en dialogen geeft Wagendorp mooie en scherpe typeringen van de vier vrienden en wekt hij met welgekozen details (pukkel, Puch, Kreidler, Herman Kuiphof, Theo Koomen, Sjakie en de Wondersloffen, Rini Wagtmans, Nick Drake, Lynyrd Skynyrd) hun jeugdjaren tot leven.

Natuurlijk krijgen Tim Krabbé en Jan Kal de literaire wieler-eer die hun toekomt. Maar Wagendorp zelf kan er ook wat van: 'Het was een zachte dag in mei, met het heldere, scherpe licht dat in één dag een fietserslijf schildert, het harde wit tegen het bruin.' En wat te denken van de plotselinge herinneringen die opdoemen tijdens de afdaling van de Col de la Madeleine...

Ondertussen strooit Wagendorp gedoseerd met onnadrukkelijke vooruitwijzingen naar de dramatische climax waartoe de confrontatie met het verleden onvermijdelijk zal leiden. Zoals de herinnering aan de woorden van Laura, dertig jaar geleden. 'Ik wou dat ik gewoon was. En ik wou dat Peter ook gewoon was.'

Ventoux gaat niet zozeer over wielrennen als wel over het wezen van vriendschap, met de gelijknamige col in de rol van louteringsberg die moet worden beklommen om die gecorrumpeerde vriendschap te kunnen herwinnen.

Wagendorp heeft een jongensboek (v/m) geschreven dat leest als een trein. Preciezer: als de wielertrein van de Raleighploeg die, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, negen van de elf ploegentijdritten in de Tour won.


 
Tzum:

Ventoux van Volkskrantcolumnist Bert Wagendorp is een makkelijk te lezen boek volgens een beproefd recept: een reünie van oude vrienden moet ervoor zorgen dat een gebeurtenis uit het verleden alsnog verwerkt kan worden. Maar bovenal is het een boek over het verglijden van de tijd en de duurzaamheid van vriendschap: ‘samen fietsen is vriendschap, liefde en verbondenheid tezamen.’ Elders: ‘Nergens is het gevoel van vriendschap en loyaliteit zo sterk als bij een groepje mannen op de fiets.’ Of:’Hechte vriendschap is een regenboog.’ Van die vrienden die ‘ouwe rukker’ tegen elkaar zeggen. Om het nog duidelijker te maken, herhaalt Wagendorp het voor de zekerheid: ‘Vrienden.’

Het nadeel van Ventoux is de expliciete beschrijving van alles. De gevoelens worden je op een presenteerblaadje gebracht: ‘Ik kon een weemoedig gevoel niet onderdrukken.’ Zangers, schrijvers en films worden van uitleg voorzien. Dat Petrarca, die ooit de Mont Ventoux beklom, zijn gedichten voor een Laura schreef mag bekend zijn, in Ventoux licht Wagendorp die overeenkomst uitgebreid toe. Als de mannen de Col de Madeleine opgaan wordt direct de link met Proust gelegd en al fietsend gevraagd: ‘Waarom ben je hier? Herinneringen tot leven wekken?’ En dan hebben we Jan Kal, Tim Krabbé en de verhalen over Tommy Simpson nog niet eens genoemd.


Ondanks al die literaire verwijzingen heeft de roman meer weg van een literaire thriller. Waarom reed Peter destijds als een bezetene de berg af? Op die vraag moet een antwoord komen en Wagendorp zorgt er met een paar verrassende wendingen op het einde voor dat er toch sprake is van ‘happy end’. Er is meer duidelijkheid over het verleden gekomen en de vriendschap blijft ook na dertig jaar overeind. Ventoux is geschikt voor de lezer met sentimentele gevoelens bij de jaren zeventig en tachtig, die houden voor onbeschaamde jongensromantiek en een liefde voor wielrennen hebben. Een echt vakantieboek.


 
Interview

Ventoux: het boek en de film

De prachtige film Ventoux draaide de afgelopen maanden in de bioscoop. Deze werd aangekondigd als de verfilming van de gelijknamige bestseller van Bert Wagendorp, maar eigenlijk is dat niet helemaal correct. Waarom niet? Dat lees je hieronder in het interview dat wij hielden met Bert Wagendorp in 2013.

Begin 2010 kreeg Volkskrantcolumnist Bert Wagendorp het verzoek om een filmscenario te schrijven over ‘vier mannen en de Ventoux’. Hij bedacht vier hoofdpersonen en hoe zij elkaar hadden leren kennen. Deze voorstudie kwam in de zomer onder ogen van zijn toenmalige uitgever die zei: “Wat een geweldig idee voor een roman.” Zo had Bert ineens twee projecten in handen: het scenario en het boek.

Bert Wagendorp: “Die zijn in de loop der tijd uit elkaar gaan lopen, boek en film zijn natuurlijk totaal verschillende vormen van een verhaal vertellen. Het proces van een film maken duurt lang, vooral vanwege de financiering. Bovendien is het echt een groepsproces. Een boek schrijven is wat dat betreft simpeler: dat was mijn project, en dat was daarom ook eerder af. Het begon als film, werd eerst een boek en het wordt nu dus het traditionele ‘de film naar het bekende boek’.”

Is het proces van het schrijven van een roman heel anders wanneer het begint als een filmscenario?

“Het proces is in het begin anders, omdat film een beeldende manier van schrijven vereist. In je achterhoofd denk je vaak: hoe ziet dit er straks uit? Maar gaandeweg werd het steeds meer puur het schrijven van een boek, los van de film. Wel hoor ik van mensen dat ze bij het lezen de taferelen heel helder voor ogen hebben, dat komt wellicht door de filmachtergrond. Maar ik vind dat een mooi compliment.”

Heel interview: http://www.eciblog.nl/eciblog/interview-met-bert-wagendorp-over-ventoux/

Column:

Waarom de winkelstraat zal blijven
Column Bert Wagendorp

Eerst V&D, daarna Perry Sport. En daarvoor al een hoop winkels waarvan ik de namen alweer bijna was vergeten, omdat ze al eerder uit de winkelstraat waren verdwenen: La Ligna, Macintosh, Mexx, Schoenenreus, Siebel, Block. Het gaat slecht met de Nederlandse winkelstraat, lees je overal. Nog even en het is een gewone straat, want dan zijn de winkels verdwenen. Of niet, natuurlijk.


Informatief artikel:
Ik behandel in dit artikel of Ventoux mogelijk autografische elementen bevat.


Het boek begint zo:

‘Mijn naam in Bart Hoffman. Eigenlijk heet ik Johannes Albertus Hoffman – Hoffman zoals bij Dustin, met dubbel f en één n. Ik ben bijna vijftig jaar geleden geboren in Zuthpen, een stadje aan de rivier, in de Achterhoek. Mijn vader was er hoofd van een christelijke lagere school.

Ik ben misdaadjournalist bij een landelijke krant – ik hoor nog bij de generatie die als gesjeesd student in de journalistiek is terechtgekomen. Een jongen die ik kende van mijn studie Nederlands schreef af en toe een stukje op de kunstpagina van de Volkskrant. Hij hoorde dat ze daar iemand zochten op de sportredactie om op zondagavond de uitslagen in te tikken. Ik mocht wel eens naar een onbelangrijke voetbalwedstrijd als ze met een krappe bezetting zaten. Schrijven ging me aardig af: toen ze een verslaggever zochten, meldde ik me en werd ik aangenomen.’

Allereerst vind ik dat de namen Bart en Bert al veel op elkaar lijken. Ik weet niet of dat expres is gedaan, maar als dat wel zo is, lijkt dat op een autografisch element. Ook de naam van Bert’s dochter, Hannah, lijkt erg op de naam van de dochter van Bart in het boek, Anna. Dat zie ik ook als mogelijk autografisch element.

Daarnaast staat in het fragment uit het boek dat Bart is geboren in de Achterhoek. Bert is zelf ook geboren in de achterhoek, namelijk in Groenlo.

Ook lees je in het bovenstaand citaat dat Bart journalist en sportverslaggever is, net als Bert Wagendorp. Ze hebben dan ook allebei Nederlands gestudeerd.

En tot slot hebben ze allebei een grote liefde voor wielrennen. Het is vrij duidelijk in het boek dat Bart die liefde heeft, maar ook Bert Wagendorp heeft die passie.

Ik kan dus met zekerheid zeggen dat Ventoux autobiografische elementen heeft. Maar ik denk niet dat het boek volledig autobiografisch is. Er zijn namelijk genoeg dingen die niet overeenkomen.

vrijdag 15 januari 2016

Opdracht korte verhalen


Appeltje Eitje

“Eitje is een beetje misselijk. Met zijn punthoofd tegen de spiegel van de wastafel geleund plenst hij lafjes wat halflauw water in zijn gezicht. Het gaat wel weer een beetje, lijkt het.”

 Zo begint het verhaal ‘Appeltje Eitje’, geschreven door Pepijn Lanen. Het begin roept bij mij al vragen op: Waarom is Eitje misselijk? Wie is Eitje? Hoe kunnen eieren überhaupt misselijk zijn?

Als je doorleest, kom je erachter dat het verhaal begint met een flashforward. Dit speelt zich namelijk later op de avond af, terwijl er overdag ook dingen gebeuren. Helemaal op het eind van het verhaal kom je erachter waarom Eitje misselijk is. Er stond dat Eitje twee xtc-pillen had genomen. Dat roept dan weer de vraag op waarom een ei en xtc-pil zou slikken.

In de loop van het verhaal kom je meerde personages tegen: Appeltje, Geitenkaasje en Honing. Appeltje is een collega van Eitje, en samen gaan ze na het werken naar een knaagtentje. Daar ontmoeten ze Geitenkaasje en Honing. Eitje heeft meteen al een oogje op Geitenkaasje, maar later in het verhaal pakt Appeltje Geitenkaasje af, en hij neemt Honing er ook bij. Welke vraag er toen in me opkwam: Waarom zou Appeltje haar af pakken terwijl hij weet dat zijn collega haar leuk vindt, en hij tevens zelf al iemand heeft, namelijk Honing? Die vraag heb ik besproken met de andere mensen uit mijn groepje, Eva en Annelie, en zij dachten dat Appeltje misschien boos was op Eitje. Dat roept dan weer een andere vraag op: Waarom zou appeltje boos zijn? Ook daar hebben we ook gefantaseerd, en we dachten dat Eitje misschien veel beter was in zijn werk dan Appeltje, dus dat Appeltje jaloers is. Ook vroeg ik me af waarom Geitenkaasje opeens naar Appeltje gaat terwijl de Eitje wel leuk leek te vinden.

De vragen die ik tot nu toe heb gesteld zijn veel inhoudelijke vragen, maar mijn hamvraag is dat niet. Mij hamvraag is: Hoe kan het dat Eitje, Appeltje, Geitenkaasje en Honing kunnen praten en gevoelens kunnen hebben. Daar hebben wij met zijn alle over na zitten denken. Eerst dachten we dat het verhaal zich misschien af zou spelen in een andere wereld, een sprookjes wereld. Een wereld waarin het wel mogelijk is dat ze praten, en die de schrijver zelf heeft bedacht. Maar later dachten we dat het verhaal wel in het echt is gebeurd, met mensen, alleen de namen van die mensen zijn veranderd naar namen van etenswaren. Maar waarom zou hij dat doen?

Waarschijnlijk heeft de schrijver dat gedaan omdat hij het verhaal een originele draai te geven, want het is origineler als etenswaren dit allemaal beleven, dan mensen. Ook denken wij dat hij de namen misschien wel heeft veranderd omdat hij de mensen kent bij wie dit gebeurd is, en die mensen willen liever niet dat hij hun namen gebruikt.

Wij vonden het een leuk verhaal. Het was wel een beetje raar om sommige dingen te lezen omdat het over etenswaren ging, maar dat maakte het verhaal ook weer origineel.