zondag 22 november 2015

Siegfried


Leesverslag 2 : beknopte verhaalanalyse en beoordeling

‘Siegfried’ – Harry Mulisch

Titel: Siegfried

Auteur: Harry Mulisch

Verschijningsjaar: 2001

Inhoud

Rudolf Herter is een bekende auteur. Hij gaat samen met zijn vriendin Maria naar Wenen en geeft daar interviews over zijn meest recente boek. In één van die interviews komt hij op het idee om zijn nieuwe boek te schrijven over Hitler, omdat hij nog door niemand is verklaard. Een dag later komt hij een echtpaar tegemoet: Ullrich en Julia Falk. Meneer Falk heeft bruikbare informatie over Hitler.
De volgende dag gaat Herter het echtpaar opzoeken. Ullrich en Julia vertellen dat ze vroeger hebben gewerkt als bedienden op de Berghof, het buitenverblijf van Hitler. Het echtpaar leerde Hitler en Eva Braun steeds beter kennen. Mevrouw Falk vertelde dat Eva Braun in verwachting was van een zoontje: Siegfried. Het probleem was dat Hitler niet wilde dat mensen wisten van het kind. Dus heeft het echtpaar Falk gezorgd voor Siegfried. Op een dag kreeg Ullrich het bevel van Hitler om Siegfried te doden. Als hij dit niet zou doen, zouden hij en Julia naar een concentratie kamp worden gestuurd en dan zou Siegfried alsnog vermoord worden. Dus hij schoot Siegfried neer op de schietbaan, en deed alsof het een ongeluk was.
Na het gesprek ging Herter terug naar zijn hotelkamer in Wenen. Hij had heel veel informatie gekregen over Hitler, alleen hij had afgesproken met het echtpaar dat hij zweeg over het verhaal tot het echtpaar gestorven was. Hij zat met één probleem: hij moest al die informatie tot dan natuurlijk wel onthouden. Voor de zekerheid nam hij alles op met zijn dictafoon. Herter besloot om even wat te slapen, maar in plaats van slapen, overleed hij aan een hartaanval. Althans, dat is wat er werd gezegd door de dokter, maar toen Maria het bandje van de dictafoon luisterde, verstond zij het volgende: “…hij…hij…hij is hier…”. Dat was het laatste wat Herter zei.

Thema

Ik denk dat het thema van dit boek ‘het begrijpen van Hitler’ is. Herter probeert in het boek te begrijpen waarom Hitler bepaalde dingen deed, en er daarna een boek over te schrijven. Om een boek te schrijven moet je natuurlijk eerst het onderwerp begrijpen. Omdat Herter het alter ego is van Harry Mulisch betekent het dus dat Mulisch Hitler ook wil begrijpen om er vervolgens een boek over te schrijven. Dat boek is dus 'Siegfried' geworden.
Ik vond het wel moeilijk om er een thema aan te koppelen omdat er wel meer thema’s mogelijk zijn. Toch vond ik dit de beste optie.

Motieven

-       Geheimhouding: Siegfried moet geheim worden gehouden. Niemand mag weten dat hij bestaat. Ook moet Herter het geheim houden totdat het echtpaar Falk sterft. Dan pas mag hij het gebruiken voor in zijn boek.

-       De dood: Hitler, Siegfried en Herter sterven alle drie. Siegfried werd vermoord door Ullrich. Toen Herter heel veel informatie had gekregen van het echtpaar Falk over Hitler, die zelfmoord had gepleegd, stierf hij zelf ook. Hij wist iets wat niemand weet over Hitler. Op het laatst staat er “…hij…hij…hij is hier…”. Ik denkt dat met ‘hij’ de geest van Hitler wordt bedoeld.

-       De kleur bruin: De kleur bruin wordt hier denk ik gebruikt als leidmotief: Hitlers geboorteplaats is Braunau, Eva heette met haar achternaam Braun en de Berghof werd het 'Braunhaus' genoemd.
Zo zijn er wel meer dingen in het boek die vaker terug lijken te komen, maar deze drie vond ik het best.
 
 Personages

-       Rudolf Herter is de hoofdpersoon. Hij is een auteur die internationaal bekend is geworden. Als hij in Wenen is om interviews te geven, komt hij op het idee om zijn volgende boek over Hitler te schrijven. Hij heeft het gevoel dat niemand Hitler begrijpt. Herter verzamelt veel unieke en bruikbare informatie. Dat doet hij door met de echtpaar Falk te gaat praten. Op het einde van boek sterft Herter.

-       Maria is de vriendin van Rudolf Herter. Maria en Herter hebben een zoontje: Marnix. Maria gaat met Herter mee naar Wenen. Ze heeft niet een hele grote rol in het verhaal. Ze vindt Herter dood in zijn hotelkamer liggen.

-       Ullrich Falk komt Herter in Wenen tegemoet. Hij heeft veel informatie over Hitler voor Herter. Ullrich werkte voor Hitler als bediende op de Berghof. Hij heeft later ook Siegfried neergeschoten, op bevel van Hitler.

-       Julia Falk is de vrouw van Ullrich Falk. Ook zij werkte voor Hitler op de Berghof. Julia kende Eva Braun heel goed. Later heeft het echtpaar Falk Siegfried opgevoed. Maar zoals ik al had verteld, werd Siegfried later vermoord door Ullrich.

-       Siegfried is het zoon van Hitler en Eva Braun. Hij wordt opgevoed door Ullrich en Julia Falk, omdat Hitler niet wil dat de wereld weet dat hij een zoon heeft. Siegfried werd later vermoord.

-       Adolf Hitler is volgens Herter iemand die onbegrijpelijk is. Herter probeert hem voor zijn boek te begrijpen. Hitler en Eva Braun hebben samen een kind: Siegfried. Dat kind laat Hitler vermoorden.

-       Eva Braun is de vriendin van Hitler. Ze is in verwachting van een zoontje. Eva heeft een goede band met Julia en vertrouwt haar daarom haar kind toe.

 Historische tijd en ruimte

Het verhaal speelt zich af in 1999 in Wenen. Alleen de flashbacks van de echtpaar Falk, zoals dat de geboorte van Siegfried, spelen zich af in de Tweede Wereldoorlog i.p.v. in 1999.

Titelverklaring en onderschrift

De titel van het boek is Siegfried omdat dat de naam is van de zoon van Hitler en Eva.
Niemand wist dat Hitler een zoon had. Dat geheim is waar het boek om gaat. Ik denk dat het symbool staat voor de onbegrijpelijkheid van Hitler. Het is namelijk weer iets dat mensen niet weten over Hitler.
Natuurlijk is dit 'geheim' verzonnen door Mulisch.
Het onderschrift is: “Een zwarte idylle”.  


Verteller (perspectief)

Het verhaal is geschreven vanuit het auctoriale vertellersperspectief. De verteller is duidelijk merkbaar in het verhaal aanwezig. Hij is alleen zelf geen personage in het verhaal, maar hij weet wat alle personages denken of voelen en kan vertellen wat er gebeurd.
Aan het eind van het boek staat er een stuk uit het dagboek van Eva Braun geschreven. Dat is vanuit het ik-perspectief van Eva geschreven.

Genre

Oorlogsroman, psychologische roman.

Spanning

Ik vind het begin van het boek niet spannend. Pas als Herter een gesprek voert met Ullrich en Julia komt er spanning in het verhaal, omdat er constant flashbacks in voorkomen. Gebruik maken van flashbacks is een manier op spanning op te bouwen. Ook maakt Mulisch gebruik van vertraging: het duurt vrij lang voordat je achter het geheim gekomen bent. Dat is ook een manier van spanning opbouwen.
 
Stijl

De schrijfstijl van Harry Mulisch is zeer uitgebreid en gedetailleerd. Hij maakt ook gebruik van vertraging en dat maakt zijn boeken vaak spannend. Ten slotte maakt hij erg mooie vergelijkingen. Deze manier van schrijven zie je ook in dit boek weer terug.

Waardering in recensies

Veel critici vonden het een goed boek, ondanks het verhaal wel een beetje flauwekul is.

Algemeen Dagblad: "In stilistisch opzicht overtuigt Siegfried niet en het boek is als je er langer over nadenkt, behalve spannend en lekker gecompliceerd ook een beetje flauwekul. Dat geldt vooral de filosofische gedachtenlijn over het Niets. Maar goed, Siegfried is toch een prikkelende ideeën roman."
De Tijd: "In Siegfried spreekt een auteur aan het eind van zijn leven, een dolgedraaide auteur die zich nog één keer wil laten gaan. Niettemin, voor iedereen die zich wil laten meeslepen door een onzinnig gedachte-experiment, is dit een schitterend boek."
 
Persoonlijke waardering

Ik vond het echt een goed boek. Het onderwerp boeide me heel erg, wat het eigenlijk voorheen niet deed. Wat ik echt super mooi vind, is dat Herter het alter ego is van Mulisch en Mulisch daardoor een deel van zichzelf beschrijft. Ook zette het verhaal me aan het denken: wat nou als Hitler echt een zoon had gekregen? Zou de geschiedenis dan veranderen? Het is daarom ook heel origineel om een boek te schrijven over de zogenaamde zoon van Hitler. Er bestaan veel boeken over Hitler, maar voorheen had ik nog nooit een boek gelezen over zijn zoon. Ik vond het een interessant boek en geef het daarom een 8,5.

dinsdag 27 oktober 2015

De aanslag


Leesverslag 1: persoonlijke beoordeling


'De aanslag' - Harry Mulisch

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

 
Onderwerp

Het onderwerp van dit boek is de Tweede Wereldoorlog. Voordat ik dit boek had gelezen was is echt geen liefhebber van oorlogsverhalen. Ik vond het nooit fijn om dat soort boeken te lezen omdat ik dacht dat oorlogsverhalen vaak op een gruwelijke manier de gebeurtenissen in die tijd beschreven. Doordat ik ‘De aanslag’ heb gelezen zijn die gedachten veranderd. Dit boek gaat namelijk niet alleen om geweld. Er gebeuren wel gruwelijke dingen, maar de manier waarop ze beschreven zijn, is erg mooi. Alleen in de eerste episode is er sprake van geweld als Fake Ploeg, de NSB’er, wordt neergeschoten. In de andere vier episodes volg je het leven van Anton na de oorlog. Er gebeuren wel gruwelijke dingen, maar de manier waarop ze beschreven zijn, is erg mooi.
Ik heb dus een andere mening gekregen over het onderwerp van het boek.

Ook heeft het onderwerp me aan het denken gezet. Doordat ik dit boek heb gelezen ben ik me meer gaan interesseren in hoe de ‘gewone’ mens leefde in de oorlog. Met de ‘gewone’ mens bedoel ik niet het soort informatie dat in de geschiedenisboeken staat over de mensen die in de oorlog hebben geleefd. Het gaat mij meer om de ervaringen van de mensen zelf. Zij hebben het zelf meegemaakt dus zij zullen dat ook het best kunnen uitleggen. Door dit boek ben ik na gaan denken over hoe het leven eruit zou zien in tijden van oorlog.   

 
Gebeurtenissen

Er is één gebeurtenis die centraal staat in het boek: de aanslag op de NSB’er Fake Ploeg. Deze gebeurtenis achtervolgt  Anton door het hele boek. De aanslag staat centraal omdat alle andere gebeurtenissen ermee samenhangen. Veel gebeurtenissen geven ook antwoord op de vragen die jij als lezer hebt gekregen.

Het enige minpuntje aan het boek vind ik dat de gebeurtenissen een beetje te toevallig zijn. Dat maakt het verhaal ongeloofwaardig. Ten eerste is het al heel toevallig dat Fake Ploeg werd doorgeschoten voor het huis van meneer Korteweg, en dat meneer Korteweg samen met Karin het lijk van Ploeg verplaatst naar de voortuin van de familie Steenwijk. Ten tweede is het erg toevallig dat juist op het moment dat Peter het lijk wilde verplaatsen, de Duitse politie eraan kwam en dat zag. Ten derde vind ik het ook heel toevallig is dat Anton, tijdens een demonstratie tegen het communisme in Amsterdam, de zoon van de vermoorde NSB´er, die zelf ook Fake Ploeg heet, tegenkomt. 

Ik vind niet dat er te veel gebeurtenissen in het boek voorkwamen. Zoals ik al eerder beschreef, elke gebeurtenis verschafte een antwoord. Dat was fijn, want dan kon je zelf de open plekken die waren ontstaan, invullen. De hoeveelheid gebeurtenissen was goed want elke keer kwam je steeds meer te weten wat er precies was gebeurd op de avond van de aanslag.

 
Personen

De personages zijn goed inleefbaar. Ik kan me namelijk goed voorstellen om welke reden de personages dingen deden. Bijvoorbeeld bij de aanslag: Peter rende naar buiten om te kijken wie er was neergeschoten en of hij daadwerkelijk dood was. Het is heel riskant om dat te doen, maar ik had in zo’n situatie hetzelfde gedaan. Anton bleef op dat moment binnen zitten, voor de veiligheid. Dat kan ik me ook wel voorstellen waarom iemand dat zou doen. Mevrouw Steenwijk raakte in paniek omdat haar kind bij de dode man stond te kijken. Dat is ook voorstelbaar.   

Ik herkende eigenlijk maar één eigenschap van de personages in mezelf: de nieuwsgierigheid van Peter op het moment dat hij buiten een paar knallen hoort.

Verder herkende ik geen eigenschappen van Anton in mezelf. Anton komt namelijk over als een teruggetrokken iemand. Hij probeert zijn problemen weg te stoppen en er niet over te praten. Dat is iets wat ik niet zou doen.

 
Opbouw

In dit verhaal ligt het perspectief bij de verteller, die het verhaal vertelt over Anton. Hij weet zelf al wat er met Anton gebeurt. De verteller laat vaak blijken in het boek dat hij weet wat er later gaat gebeuren.  

Het einde van het boek is naar mijn mening heel goed. Door alle gebeurtenissen in de loop van het verhaal heb je steeds meer antwoorden gekregen. Na de aanslag krijg je veel vragen in je hoofd en dus veel open plekken. Op het einde van het boek heb je - zo goed als- al je antwoorden gekregen. De open plekken zijn aan het eind verdwenen.


Taalgebruik

Ik vond de woordkeuze en zinsopbouw best moeilijk. Het is daarom niet een boek waar je vlot doorheen leest. Harry Mulisch maakt namelijk gebruik van lange zinnen. Ook schrijft hij heel erg gedetailleerd. Ik had af en toe wel eens dat ik afhaakte in het midden van een lange zin, en dat ik die zin dan opnieuw moest lezen. Ook had ik soms moeite met de woordkeuze. Hij gebruikte veel Oudnederlandse woorden. Dat was voor mij best lastig omdat dit de eerste keer is dat ik dit soort literatuur lees. Ondanks dat alles heb ik het boek wel gelezen, en het was de moeite wel waard.

Er is één zin uit het boek die ik zou willen onthouden: “het huidige liberalisme, zei hij, combineerde een fundamenteel pessimisme over de menselijke solidariteit met de opvatting, dat het individu zo vrij mogelijk moest zijn”. Ik vind dit namelijk een hele mooie zin.

maandag 7 september 2015

Leesautobiografie


Mijn ouders lazen mij vroeger elke avond voor. De eerste boeken die mijn ouders mij hebben voorgelezen waren boeken zoals ‘Dikkie Dik’ en ‘Nijntje’. Daarvan kan ik mij natuurlijk niet veel herinneren om dat ik nog een baby was. Later, toen ik ongeveer vier was, heb ik die boeken zelf nog een keer gelezen.
Naar mate ik ouder werd, lazen mijn ouders mij andere soorten boeken voor. Ze hebben mij toen veel boeken voorgelezen van Paul van Loon en Annie M.G. Schmidt. Van Paul van Loon herinner ik me nog de boekenserie ‘Dolfje Weerwolfje’ en ‘Foeksia de Miniheks’. Ik was gek op ‘Dolfje Weerwolfje’, mijn moeder heeft dat boek meerdere keren voor gelezen. Ik heb die boekenserie later zelf ook nog een keer gelezen. Van Annie M.G. Schimdt herinner ik me nog de boeken ‘Pluk van de Petteflet’ en ‘Beestenboel’.
Ik hield niet alleen van de boeken van Annie M.G. Schimdt, maar ook van haar liedjes. Mijn ouders hadden een cd voor me gekocht, waar bijna al haar liedjes op stonden. Mijn favoriete liedje was ‘De leeuw is los’.


“De leeuw is los! De leeuw is los!

Hij wandelt al door de straten.

Hij wil naar 't Amsterdamse bos,

dat heb ik wel in de gaten.

Hij bromt en hij briest en hij brult

en iedereen schrikt zich een bult.”

In de eerste jaren van de basisschool lazen mijn leerkrachten niet zo veel voor. We zongen veel vaker liedjes van Kinderen voor Kinderen. Maar als er werd voorgelezen, waren het vooral korte verhaaltjes, zoals ‘Platvoetje’. Iedereen vond dat verhaal super leuk.
Ook toen ik ouder was werd er op de basisschool niet veel voorgelezen. Ik herinner me nog wel dat mijn leerkracht ‘Achtste-Groepers Huilen Niet’ voorlas. Later hebben we ook de film gezien. Ik vond het niet heel leuk als er in de klas werd voorgelezen, ik las liever zelf. Ik las vooral boeken van Carry Slee, zoals ‘Razend’ en ‘Afblijven’, en van Francine Oomen de boekenserie ‘Hoe overleef ik…’. Ook heb ik de boekenseries ‘Het leven van een loser’ en ‘Dat heb ik weer!’ gelezen. Ik vond die boeken altijd heel erg leuk, het zijn van die typische tiener boeken.

In de onderbouw van het voorgezet onderwijs werden die soort boeken steeds minder interessant. Ik kwam erachter dat er in dat soort boeken veel werd overdreven. De verhalen kwamen niet overeen met de werkelijkheid, ook al had ik dat in eerste instantie wel verwacht.
Ik las in niet zo veel in de onderbouw, naast mijn schoolboeken natuurlijk, en ik hield me vooral bezig met school. Ik vond het ook niet zo leuk om te lezen, ik ging veel liever sporten, afspreken met mijn vriendinnen of muziek luisteren.
Als ik wel las, las ik actie-sciencefiction boeken, zoals ‘Divergent’ en ‘The Hungergames’. Dat soort boeken spraken me erg aan. In deze boeken werd ik meegesleurd. Ik zag bijvoorbeeld een actie scène helemaal voor me. De boeken die mij totaal niet aanspraken, waren vooral oorlogsverhalen. Ik vond dat soort verhalen gruwelijk.

Doordat ik ouder ben geworden is mijn leessmaak wel wat veranderd, maar niet veel. Ik lees nu nog steeds vrij weinig naast mijn studieboeken, omdat ik andere dingen leuker vind om te doen dan lezen. Ik spreek liever af met vriendinnen of ga iets anders doen. Als ik boeken lees dan zijn dat realistische en romantische ‘Young Adult’ boeken. Mijn favoriete schrijver is John Green. Hij heeft veel beroemde boeken geschreven zoals ‘The Fault in Our Stars en ‘Papertowns’. De boeken van John Green zijn enorm goed geschreven. Hoe John Green spanning tussen fictie en de realiteit volhoudt, is heel knap. Ik voel bij al zijn boeken mee met de personages, dat is wat ze zo echt maakt. Daarom zou ik graag in het vervolg nog meer boeken lezen van John Green.

Ik denk dat ik ongeveer op leesniveau 3 zit. Als ik lees, lees ik graag romans en ik vind het interessant om te horen wat andere mensen vinden van een boek. Wat ik ook leuk vind, zijn boeken die je aan het denken zetten.
Het lijkt me best leuk om boeken te lezen van ‘lezen voor de lijst’, omdat je dan boeken leest van jouw persoonlijke niveau.

vrijdag 22 mei 2015

Een weeffout in onze sterren


Hazel Grace Lancaster is een zestienjarige tiener uit Indianapolis. Ze heeft schildklierkanker die naar haar longen is uitgezaaid. Ze gaat met tegenzin naar de kankersupportgroep in haar moeders opdracht. Tijdens deze bijeenkomsten ontmoet ze Augustus Waters, die door botkanker zijn been verloren heeft. Vanaf het moment dat Hazel en Augustus elkaar ontmoeten, lijkt er geen ontsnappen te zijn aan de aantrekkingskracht. Maar Hazel wil niemand pijn doen, dus houdt ze hem op een afstand. De zoektocht naar Peter van Houten, de schrijver van hun lievelingsboek Een vorstelijke beproeving, leidt hen naar Amsterdam. Na het reisje naar Amsterdam gaat de gezondheid van Augustus snel achteruit. Hij komt voor enkele dagen op de intensive care terecht. Tijdens zijn laatste dagen nodigt hij zijn blinde vriend Isaac en Hazel uit om een lofrede te houden voor zijn begrafenis. Augustus sterft acht dagen later.

Spanning

Een van de trucs om de spanning te verhogen in dit boek is door de personages in een gevaarlijke situatie te plaatsen. Hazel en Augustus zitten beide in een gevaarlijke situatie omdat ze geconstateerd zijn met een terminale ziekte. Beiden zijn ze gevaarlijk dichtbij de dood gekomen. Een citaat die dit argument ondersteunt: “Op mijn dertiende kreeg ik de diagnose van schildklierkanker stadium IV. We kregen te horen dat het ongeneselijk was. Ik onderging een operatie die radicale nekdissectie heet, daarna bestraling. Toen probeerden ze chemo voor mijn longtumoren. Ze krompen en begonnen daarna weer te groeien. Inmiddels was ik veertien. Mijn longen vulden zich langzaam weer met water.”
Ook hebben ze allebei op de IC gelegen. Uiteindelijk is Augustus daadwerkelijk overleden.

Een andere truc om de spanning te verhogen die in dit boek wordt gebruikt, is het gebruik van een onverwachte wending. Voor mij is de meest onverwachte wending uit het boek dat Augustus Waters, de geliefde van Hazel, opeens heel snel achteruit ging qua gezondheid, waarna hij vervolgens stierf. Deze wending is onverwacht, doordat de lezer vrijwel alleen informatie krijgt over Hazel’s gezondheidstoestand. Er wordt weinig vertelt over de gezondheidstoestand van Augustus waardoor de lezer minder snel zou verwachten dat hij de gene is in het verhaal die zou sterven. 

Nog een andere truc die in het boek wordt gebruikt om de spanning te verhogen, is het versnellen van het verhaal. Dit staat niet in het theorieboek, maar toch vind ik dit een hele belangrijke truc voor de spanningsopbouw, omdat alle spannende gebeurtenissen zich dan nog sneller achter elkaar afspelen. In het begin komt het boek vrijwel langzaam op gang. Dit was te merken aan de vele pagina’s die worden besteed aan het omschrijven van één dag. Naarmate het slot dichterbij komt, worden de situaties in het verhaal sneller achter elkaar omschreven, waardoor men kan suggereren dat de tijd sneller voorbij gaat. De spanning wordt daardoor nog sneller opgebouwd. Na de dood van Augustus wordt het verhaal weer vertraagd. 
De laatste truc die ik ga bespreken over de spanningsopbouw is dat het boek bij de lezer vermoedens of verwachtingen over de afloop laten ontstaan. Het boek vertelt je dat zowel Hazel als Augustus een terminale ziekte heeft, waardoor het voorspelbaar is dat ze niet zullen sterven uit ouderdom. De lezer kan ook verwachten dat er in het boek nog wat ergs gaat gebeuren met Hazel, omdat de pijn in haar hoofd en in haar schouders steeds heftiger wordt. Hierdoor belandt ze uiteindelijk op de Intensive Care.

Het boek legt een nadruk op zowel actiespanning als psychologische spanning. De spanning wordt opgebouwd door de gebeurtenissen  in het verhaal, zoals de onverwachte ziekenhuis bezoeken. Ook door de gevoelens van de hoofdpersonen die zeer gedetailleerd worden beschreven, zorgen voor spanning. Een voorbeeld hiervan zijn de gevoelens die Hazel en Augustus voor elkaar hebben.

Thema en motief

Het was lastig om één specifiek thema te kiezen. Ik vind eigenlijk dat het boek twee thema’s heeft: liefde en dood.

Het thema liefde is een goed voorbeeld van een psychologisch motief. Ik heb hiervoor gekozen omdat de schrijver de gedachten en de gevoelens van de personages heel goed omschrijft. Hazel en Augustus worden verliefd op de eerste dag dat ze elkaar ontmoeten. Hazel wil echter in het begin afstand houden omdat ze bang is dat ze Augustus erg kwets op het moment dat ze overlijdt. Ze wil hem dus niet te dicht bij haar hebben. Dat vertelt zij aan haar ouders. Een citaat: “Ik ben net, net… Ik ben net een granaat, mam. Ik ben een granaat en er komt een moment dat ik ontplof en ik wil het aantal slachtoffers graag tot een minimum beperken.”

Het thema dood heb ik gekozen omdat Hazel aan kanker lijdt. Haar longen kunnen het elk moment begeven. Dat wordt meerdere keren erg duidelijk gemaakt in het boek. Een voorbeeld daarvan is het moment dat Hazel op de intensive care komt te liggen, een paar dagen voordat ze naar Amsterdam zou vertrekken. Een citaat: “Ik schreeuwde mijn ouders wakker, die mijn kamer kwamen binnenstormen, maar die ook niets konden doen aan de supernova’s die in mijn hoofd explodeerden, een eindeloze reeks zevenklappers in mijn hersens die me ervan overtuigde dat ik nu echt zou gaan. Maar ik werd wakker op de IC.”
Ook Augustus leidt aan kanker. Hij was voor anderhalf jaar schoon, totdat hij er in het midden van het boek achter komt dat zijn kanker terug is gekomen. Hoe dichter je bij het einde komt, des te slechter de situatie van Augustus wordt. Vlak voor het einde van het boek overlijdt hij.
Het thema dood is een voorbeeld van religieuze motieven. Religieuze motieven zijn motieven die te maken hebben met godsdienst en met de kijk op leven en dood.

Ruimte

Het verhaal speelt zich vooral af in Indianapolis, de woonplaats van Hazel en Augustus. Ook zijn er andere plaatsten die een belangrijke rol spelen zoals Amsterdam. Hazel en Augustus gaan daar naartoe om Peter van Houten te ontmoeten. In Amsterdam groeien ze dichter naar elkaar toe en worden ze een stelletje. Ook de Anglicaanse kerk in Indianapolis speelt een rol. Dat is de plaats waar de Praatgroep werd gehouden. Hazel en Augustus hebben elkaar daar ontmoet. En natuurlijk speelt het ziekenhuis ook een rol.
De ruimtebeschrijvingen zijn gedetailleerd. Dit gaf een positief effect op het verhaal. Door dit effect kon je als lezer zijnde je helemaal inleven in de situatie die zich afspeelde in het boek. Daardoor maakte het boek mij erg emotioneel. Een citaat: “Ik werd wakker op de IC. Ik wist dat ik op de IC was omdat ik niet in mijn eigen kamer was en omdat overal piepjes klonken omdat ik alleen was.”

vrijdag 3 april 2015

100 uur nacht

Het betoog

Ben ik het ranzige rotverhaal dat op internet staat? Pas ik in het sprookje dat ik straks aan de Amerikaanse douane ga vertellen? Of heb ik een eigen verhaal..”

Dit zijn de eerste drie zinnen van het mooie boek ‘100 uur nacht’ van Anna Woltz.

In dit boek leef je mee met vier jongeren die toevallig samen in New York de orkaan Sandy doorstaan. Het verhaal wordt beschreven vanuit Emilia de Wit die stiekem het vliegtuig naar Amerika neemt omdat haar vader een grote fout heeft gemaakt. Via internet huurt ze een appartement dat niet blijkt te bestaan. Daardoor komt ze terecht in een avontuur met haar vrienden Seth, Abby en Jim, die ze in New York ontmoet.
Het verhaal is erg meeslepend. De lezer heeft een lange tijd geen idee wat de vader van Emilia heeft gedaan. Dit zorgt ervoor dat je doorleest. In de aller eerste zin van het boek wordt ook meteen iets gezegd over de fout van haar vader en hoe mensen daarop reageren op internet. Vandaar de zin: “Ben ik het ranzige rotverhaal dat op internet staat?”. Pas in het midden  van het boek komt de lezer er achter wat die fout is.

Op het moment dat Sandy boven New York raast, wordt het verhaal spannend. Er wordt uitgebreid beschreven wat er gebeurd. De orkaan is er in de middag en is de volgende ochtend weer weg, maar in het boek duurt het vier hoofdstukken. Een citaat: “Al het geluid in de wereld is op dit moment voor Sandy. En dan, zonder waarschuwing, zonder knal, zonder geflikker van het licht, wordt het donker. En het blijft donker”.

Het verhaal zorgt er ook voor dat je meeleeft met alle mensen uit de door de orkaan getroffen gebieden. Er wordt goed omschreven hoe alles eruit ziet nadat Sandy is geweest. Een citaat: “De hele stad is een puinhoop. De metro is onder water gelopen, de tunnels zijn dicht en er zijn honderden bomen omgewaaid. Toch voelt het goed om hier te zijn, ondanks dat het donker is. Hier ben ik vrij.”

 
Tijd en opbouw

Vertelde tijd en verteltijd

In het begin is het verhaaltempo best hoog. De hoeveelheid tijd is dan vaak ongeveer één dag per hoofdstuk. Eén hoofdstuk bestaat dan uit ongeveer zes bladzijden. Maar hoe dichter je bij het stuk komt dat Sandy over de stad raast, des te meer hoofdstukken er nodig zijn voor één dag. De lezer komt vrij gedetailleerd te weten wat er gebeurt op die dag. Bijvoorbeeld: als Emilia en Abby boodschappen gaan doen vlak voor de orkaan, is de vertelde tijd maar een uurtje terwijl de verteltijd acht bladzijden is.
De verhouding tussen de vertelde tijd en de verteltijd wisselt vaak af. Dat is belangrijk voor het verhaal. Als je namelijk het stukje dat Sandy in New York is heel vlot gaat vertellen, is de spanning weg. Het hele boek draait om de orkaan en wat er daarna gebeurt met de vier vrienden. Maar het is ook niet handig als je alles wat daarvoor gebeurt heel gedetailleerd gaat beschrijven. Het is dan lastig voor de lezer om zijn concentratie erbij te houden en de lezer focust zich dan niet op het belangrijkste stukje: de orkaan.


Versnelling en vertraging

In het boek wordt  goed gebruik gemaakt van versnelling en vertraging. Het is belangrijk voor een verhaal om dat op een goede manier te gebruiken. Bij onbelangrijke gebeurtenissen versnelt het verhaal. Bij belangrijke gebeurtenissen vertraagt het verhaal.  Wat ik knap vind is dat Anna Woltz een goede verhouding heeft gebruikt bij het schrijven van dit boek. Bijvoorbeeld: het stukje in het verhaal waarin duidelijk wordt wat de vader van Emilia heeft gedaan en natuurlijk ook het moment dat Sandy er is, worden duidelijk en langdurig beschreven.
Het begin wordt juist heel snel verteld. Dat is het stukje dat ze onderweg is naar Amerika. Dat is fijn, want het stukje dat Emilia in het vliegtuig zit is helemaal niet belangrijk.
De versnelling en de vertraging in het boek maken het verhaal boeiender.
 
Perspectief en vertelsituatie
Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief (Emilia). Ze denkt na over alles wat ze ziet en hoort. De dingen waar ze over nadenkt, worden heel duidelijk en uitgebreid beschreven in het boek.  Daardoor kan je ergens een goed beeld bij vormen. Er wordt dus veel gebruik gemaakt van showing.
“Ik luister samen met Seth naar een lied op de radio, het zogenaamde Herfstlied. Ik hoor het verhaal van de man met de zachte stem en zijn vrouw met haar dikke buik. Op de achtergrond hoor ik de kaarsen branden in het donker, Ik hoor mensen huilen en ik hoor de stilte na de storm. Ik hoor in mijn gedachten mijn moeder kijken naar Vermeer, ik hoor mijn vader in een verduisterde kamer liggen wachten totdat de pijn voorbij is”.