-
Titel: Lotte Weeda
- Auteur: Maarten ’t Hart
- Plaats van uitgave: Amsterdam
- Jaar van uitgave: 2004
- Jaar van eerste uitgave: 2004
- Aantal pagina’s: 270
- Genre: psychologische roman
In het Zuid-Hollandse Monward woont de ik-persoon van het verhaal. De ik-persoon is bioloog van beroep en heeft een boek uitgegeven over de verschillen tussen seksuele voortplanting en klonen. Doordat dit boek bekend is geworden, is hij bekend in het dorp. Iedereen weet wie hij is.
In het dorp woont ook een kunstenares. Deze kunstenares, Molly, maakt schilderijen van naakte modellen. Als de ik-persoon een keer model is, ontmoet hij Lotte Weeda. Al snel raken ze met elkaar aan de praat. Lotte vertelt dat ze fotografe is en dat ze is gevraagd om foto’s in het dorp te maken. Ze wil zoveel mogelijk foto’s van bewoners hebben, zodat ze in een fotoboek weer kan geven hoe het leven in Monward eraan toe gaat. Omdat de ik-persoon al eerder een boek geschreven heeft, vraagt Lotte Weeda hem om het voorwoord te schrijven.
Al snel raken Lotte en de ik-persoon bevriend met elkaar. De ik-persoon leidt Lotte door het hele dorp. Hij laat alle boeiende plekjes en mensen aan haar zien, waarna Lotte deze mensen op de foto zet.
Ondertussen wordt er in het dorp beroep gedaan op de biologische kennis van de ik-persoon. Een bewoner uit het dorp, Abel, heeft een slang van zijn kleinzoon waar hij op moet passen. Abel vraagt zich af of deze slang gevaarlijk is, omdat zijn vrouw Leonora het er niet mee eens is dat ze die slang houden. De ik-persoon is van mening dat het dier geen slang, maar een scheltopoesik (een hagedis) is. Vrijwel niemand gelooft de ik-persoon. Als de scheltopoesik vervolgens ook nog weet te ontsnappen, breekt er onrust uit in het dorp.
Toch is dat niet het enige waar onrust over ontstaat. Lotte Weeda is inmiddels klaar met fotograferen en heeft een fotoboek over het dorp uitgegeven. Na de uitgave van het fotoboek overlijden er echter steeds meer mensen in het dorp. Al deze overleden mensen hebben één ding gemeen: ze staan in het fotoboek. Al snel wordt tot groot verdriet van de ik-persoon Lotte Weeda de schuld gegeven. Inmiddels is de ik-persoon verliefd op Lotte Weeda geworden, waardoor hij het vervelend vindt dat de bewoners zo over haar praten.
De ik-persoon probeert Lotte te verdedigen. Hij vertelt de bewoners dat het niet zo gek is dat al deze mensen overlijden: veel bewoners uit het boek zijn al erg oud en/of ziek. Volgens hem had je er dus op kunnen wachten totdat mensen overlijden.
Als er vervolgens ook nog eens een (jong) gezin van vier personen omkomt bij een ongeluk, gaat de ik-persoon nadenken. Hij besluit naar een ander dorp te gaan dat ook gefotografeerd is. Hij komt er daar vervolgens achter dat ook veel mensen uit dat dorp na de uitgave van het fotoboek overleden zijn. Als de ik-persoon echter contact met Lotte Weeda probeert te zoeken lukt dit niet: het is via de mail onmogelijk om contact met haar te krijgen. Een telefoonnummer heeft hij niet van haar, waardoor hij niet meer weet hoe hij haar kan bereiken.
Ondertussen praat de eigenaar van een beauty salon, Sirena, regelmatig met de ik-persoon. Ze staat ook in het fotoboek en is bang dat zij één van de volgende is die overlijdt. De ik-persoon probeert haar gerust te stellen. Vervolgens groeit hun contact uit tot een seksuele verhouding. Sirena heeft een vriend, die niks van de verhouding tussen haar en de ik-persoon afweet. Als de vriend er vervolgens achter komt wordt hij woedend. Hij kan de ik-persoon wel wat aan doen.
Op een gegeven moment krijgt de ik-persoon een folder van Lotte Weeda in de brievenbus. Ze verzoekt mensen om geld te storten voor de slachtoffers van Atjeh, een plaats in Indonesië. Naast de ik-persoon hebben de bewoners van het dorp ook deze folder gehad. Iedereen adviseert elkaar om zoveel mogelijk geld naar Lotte over te storten, zodat de vloek in het dorp dan misschien ophoudt. Iedereen hoopt dat er na het storten van geld geen mensen meer overlijden.
Uiteindelijk staat Lotte Weeda even later op de stoep bij de ik-persoon. De ik-persoon is daarvoor toevallig door een wesp gestoken. Hij is allergisch voor wespensteken en het verbaast hem dan ook dat hij na de wespensteek niet overleden is. Hij is dan ook van mening dat de vloek op het dorp is opgeheven, waardoor hij Lotte Weeda tijdelijk in huis neemt. Hij denkt namelijk dat dat geen kwaad meer kan.
Mijn verwachtingen
Ik ging op internet kijken voor een leuk boek om te lezen
voor mijn lijst. Daar heb ik niks gevonden dus heb ik aan mijn vader gevraagd
of hij nog leuke boeken in de kast had liggen. Mijn vader had mij toen dit boek
aangeraden. Maarten ’t Hart is zijn favoriete schrijver, en hij vond dit boek erg
interessant. Ik ben toen meteen het boek gaan lezen.
Ik verwachtte best veel van dit boek. Mijn vader is namelijk
een echte liefhebber van literatuur en hij vond het een goed boek. Mijn
verwachtingen zijn gelukkig ook uitgekomen. De manier waarop Maarten ’t Hart schrijft,
vond ik heel fijn.
Motieven en Thema
Motieven:
·
De mysterie van de dood en de angst ervoor: De
bewoners die in het foto boek van Lotte Weeda staan zijn erg bang om dood te
gaan. Dit is een element dat steeds terugkeert. Elke keer dat er iemand dood
gaat komt het terug. Ook is het allemaal wat mysterieus. De bewoners denken de
het fotoboek van Lotte de oorzaak is voor het aantal doden maar dat zou heel
raar zijn. Ze hebben het gevoel dat het wel zo is en ze zijn daar ook zeker
van, maar als lezer vraag je je dan natuurlijk af hoe dat mogelijk is.
·
De natuur: De ik-persoon is een bioloog en hij
beschijft zijn omgeving vaak met veel onderdelen uit de natuur, zoals de
planten en de bloemen die in de buurt staan enz.
·
De kunst: Op het begin van het boek wordt de
ik-persoon getekend door Molly. Dat is de eerste vorm van kunst die word
beschreven in het boek. Later wordt de ik-persoon gefotografeerd, samen met een
hele boel andere mensen. Fotografie is de tweede vorm van kunst die ik tegen
ben gekomen.
·
Het geloof: Het dorpje waar het verhaal zich
afspeelt, is een zeer gelovig dorpje. Er staan dan ook veel citaten uit de
Bijbel in het boek. Ook heeft de ik-persoon sterke afkeer tegen
Rooms-Katholieken.
Thema: waanzin kan iedereen treffen.
Beroordeling
Schrijfstijl:
Ik vind de schrijfstijl van Maarten ’t Hart heel fijn. De zinsopbouw is niet al
te moeilijk, en dat maakt het boek ook goed te lezen. Hij gebruikt bij het
schrijven van het verhaal ook zijn humor. Er staan veel grappige dingen in het
boek. Ik zou het boek dan ook zeker aanraden.
“Eenmaal weer buiten zei Lotte; ‘Heb je goed naar die handen
gekeken? Knuisten zijn ‘t, mannenknuisten.' ‘Van een adamsappel geen spoor,’
zei ik, ‘en al is haar stem vrij zwaar, toch niet zwaarder dan die van Nathalie
Stutzmann. En als haar handen al knuisten zijn, dan beslist damesknuisten.’ – Pagina
39.
Inhoud:
Ik vind dat de personages best goed beschreven worden. De schrijver beschrijft
namelijk zowel de binnenkant als de buitenkant van de personen. Als voorbeeld
het citaat hierboven: de buitenkant van Sirena wordt hier goed beschreven.
Verder vertelt hij ook nog een aantal dingen over haar innerlijk.
Ook vind ik het leuk dat de naam van de ik-persoon niet bekend word gemaakt.
Daardoor is het verhaal een beetje extra mysterieus.
Eindoordeel